Participatie 2.0 wordt de norm

  • Bestuur & Management
  • Implementatie algemeen
  • Participatie
  • Wet- en regelgeving
  • 20 december 2016
  • 1798 BEKEKEN
  • 1 Likes
Rogier Gerritzen

De betrokkenheid en actieve inbreng van burgers in de inrichting van ‘hun’ leefomgeving is ‘hot’. Daarin zijn 2 hoofdlijnen te herkennen. De eerste is het al wat langer bestaande streven van gemeentebestuurders om inwoners via burgerparticipatie meer en beter te betrekken bij plannen in de omgeving. Deze trend krijgt straks een wettelijke basis in artikel 2.1 van de Omgevingswet. Een tweede lijn is het stimuleren en faciliteren van burgerlijke initiatieven, onder meer door de regeldruk te verminderen (minder regels). Ook daarvoor biedt de Omgevingswet een basis.

Samen met de burger
Die Omgevingswet is voortgekomen uit de ambitie om voortaan eenvoudiger, beter en sneller met de fysieke leefomgeving om te kunnen gaan. Er staat niet precies in wát er moet gebeuren, maar wel en vooral hoe. Overheden moeten samenwerken, in samenspraak met burgers en bedrijven. De Omgevingswet biedt dus een basis voor de manier waarop overheden zouden moeten omgaan met burgers in de 2 lijnen. Bij burgerparticipatie gaat het vaak om het juiste ‘nieuwe’ gedrag van de overheid. Bij het faciliteren van burgerinitiatieven zijn vooral de bestaande regels een obstakel. Die zijn immers meestal gemaakt om verantwoordelijkheden van overheden te regelen, aansprakelijkheid af te wenden, problemen voor te zijn, et cetera. En dan zitten ze die leuke en vaak goede initiatieven soms in de weg.

Participatie 2.0 in de praktijk
De gemeente Zwolle toonde vast het goede voorbeeld. Daar werd vorig jaar een proef gestart om mensen die geen of een kleine tuin hebben, zelf toestellen te laten plaatsen in de openbare ruimte. Helaas was er een andere overheidsinstantie die niet mee ging in het nieuwe denken: De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) keurde negen particuliere speeltoestellen in het openbaar gebied af. Ze zouden niet voldoen aan de voorschriften voor speeltoestellen op gemeentegrond en zouden niet veilig zijn voor de kinderen om op te spelen. Samenvattend: participatie wordt met de invoering van de Omgevingswet in 2019 de norm. Zeg maar participatie 2.0. Maar eenvoudig zal de implementatie niet zijn.

Wat betekent dit?
Wat betekent deze nieuwe participatienorm voor de (gemeentelijke) overheid? Wat komt er op participatievlak allemaal op hen af? Welke eisen stelt participatie 2.0 aan het doen en laten maar vooral aan het denken van gemeenteambtenaren? Onder de Omgevingswet kom je er niet langer mee weg dat regels in de weg zitten. Het mag duidelijk zijn dat het belang van naleven van regels als motivering onvoldoende is. Het gaat er om welk belang er door die regelgeving wordt gediend. Samenwerken en rekening houden met belangen staat voorop. Wat betekent participatie 2.0 voor de (beschikbare) capaciteit van de ambtenaren? In het bestaande afwegingskader van ProDemos voor burgerparticipatie staat bij vraag 2a: c. Is er voldoende geld en ambtelijke tijd beschikbaar? Luidt het antwoord ‘nee’, dan wordt participatie afgeraden. Ook hier is de conclusie gerechtvaardigd dat dit onder de Omgevingswet niet meer op zal gaan.

Gemeenten zullen de komende jaren dus een omslag moeten maken om goed voorbereid te zijn op de eisen die participatie 2.0 aan ze stelt.

Meer weten?
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Rogier Gerritzen van Civias via telefoonnummer 06 20 52 29 46 of via e-mail: rogier.gerritzen@civias.nl.

Rogier Gerritzen

Plaats een reactie

Reageren? Deel hier uw mening. Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Terug naar overzicht