Omgevingsgame ‘Buurtje Bouwen’ brengt Omgevingswet tot leven

De game Buurtje Bouwen is een educatieve game waarmee je de basisprincipes van de Omgevingswet leert. De game wordt begin volgend jaar gelanceerd. De beta-versie is nu klaar om te testen!

Buurtje Bouwen

De game leert men de afwegingsruimte te benutten, belangen af te wegen, en natuurlijk om samen te werken. Buurtje Bouwen is een inrichtingsgame zoals De Sims, maar ook een discussiespel. Ruimtelijke vraagstukken in de stedelijke omgeving staan centraal. Het spel wordt gespeeld in een groepje van 3 tot 5 spelers. Iedere deelnemer kruipt in de huid van een buurtbewoner met zijn of haar eigen wensen voor de herinrichting van de buurt. Bij het begin van het spel krijgt iedere speler persoonlijke doelen die het eigenbelang weerspiegelen.

Maar, let op: met het najagen van alleen het eigen belang red je het niet! Om te winnen zal elke speler ook moeten luisteren naar de wensen van de andere spelers. Groepswinnaar is de speler die de eigen doelen het beste weet te combineren met oog voor het gezamenlijke belang.

Het spel kan ook in een grotere groep, zoals bijvoorbeeld een klas, worden gespeeld. De overall winnaar is dan de groep die als beste alle belangen heeft kunnen verenigen én heeft voldaan aan de verbetering van de leefomgevingskwaliteit. In beide gevallen is de maximale speeltijd van de game vijftien minuten.

De bèta-versie van de game is gratis te downloaden in de Google Play- store en binnenkort ook in de Apple-store.

Speciaal voor het onderwijs is in samenwerking met het Koninklijk Aardrijkskundig Genootschap onderstaan lesmateriaal ontwikkeld. Daarbij ook voorbeelden van een mogelijke lesopzet en een filmpje om de jongeren mee te nemen in het waarom van de Omgevinsgswet als voorbereiding op spelen van de game. Tijdens de KNAG Onderwijsdag 2017 in Ede hebben zo’n 40 docenten het spel Buurtje Bouwengetest. Deze Omgevingsgame laat middelbare scholieren van alle niveaus kennismaken met de Omgevingswet.

Benieuwd naar de gehele bijdrage? Raadpleeg hier de link.

Bron: Omgevingsweb