Impact van de Omgevingswet op bedrijfsvoering gemeente verklaard

  • Bestuur & Management
  • Dienstverlening
  • Implementatie algemeen
  • Organisatie
  • Wet- en regelgeving
  • 27 januari 2017
  • 2468 BEKEKEN
  • 0 Likes
Angela Verschuren

De Omgevingswet is na de omvangrijke decentralisaties in het sociaal domein een grote verandering binnen in het fysiek domein. Doel van de wet is een gezonde fysieke leefomgeving in stand te houden en te bereiken en doelmatig beheer en gebruik van die fysieke leefomgeving voor maatschappelijke functies te realiseren. Een kernpunt van het wetsvoorstel is het vroegtijdig samenwerken met de omgeving: Inwoners, ondernemers, belangenorganisaties en gemeenten.

De impact van de Omgevingswet voor gemeenten is groot. Het vraagt meer aandacht voor de ontwikkeling van bestuurlijke visies en plannen en de organisatie moeten daarop aangepast worden. De werkprocessen veranderen, het personeel wordt uitgedaagd om andere competenties te laten zien. Daarnaast zijn er aanpassingen nodig in de informatievoorziening en de manier waarop daarmee om wordt gegaan door gemeenten.

Werkprocessen
Gemeenten krijgen een adviesrol in plaats van een controlerende rol richting de initiatiefnemers. Daarnaast moeten de gemeente ervoor zorgen dat inwoners en ondernemers bewust worden gemaakt van de voordelen van de Omgevingswet en het profijt wat zij kunnen hebben van het meedenken hierover. De gemeente moet duidelijk uitnodigend naar initiatiefnemers overkomen en meer gebruik maken van de lokale afwegingsruimte. Decentrale overheden zullen bij gebiedsoverstijgende vraagstukken meer moeten gaan samenwerken (denk hierbij aan provincie, gemeenten, omgevingsdiensten). Daarnaast zullen meer externe partijen worden ingezet (bijvoorbeeld door de privatisering van bouwtoezicht), waardoor meer samenwerking nodig is. Er wordt een sterkere regiorol gevraagd van gemeenten. De Omgevingswet moet leiden tot eenvoudigere procedures. De doorlooptijd van werkprocessen zal versnellen. Bij een uitgebreide procedure gaat de maximale doorlooptijd terug van 26 weken naar 8 weken.

Personeel en competenties

De Omgevingswet vraagt een andere houding en gedrag van medewerkers binnen de gemeente. De gemeente is niet meer de bepaler of toetser van wat kan en mag, maar veel meer regisseur. Dit betekent een veranderende rol van besluitvormend naar faciliterend. Van het personeel vraagt dit ook andere kennis en vaardigheden. Medewerkers van de gemeente zijn gewend op een bepaalde manier te werken, waarbij onzekerheidsreductie centraal staat.

Voor een goede uitvoering van de Omgevingswet zijn meer generalisten nodig die integraal en gebiedsgericht kunnen denken. De hierbij vereiste competenties zijn: communicatief vaardig, bereidheid tot samenwerken op basis van loslaten en vertrouwen, meer flexibiliteit, zelfwerkzaamheid en de bereidheid tot co-creatie van oplossingen. Deze omvorming vraagt een andere inrichting van de gemeentelijke organisatie, waarbij de schotten tussen afdelingen worden weggenomen en er veel meer netwerkorganisaties ontstaan. Ook de cultuur binnen de gemeentelijke organisatie zal gaan veranderen.

Informatievoorziening
Een verandering als de Omgevingswet vraagt ook veel van de informatievoorziening. Inwoners en ondernemers krijgen een gelijkwaardige informatiepositie. Dit vraagt een grote digitaliseringsopgave van betrokken partijen, maar ook het fysieke loket blijft van belang omdat sommige initiatiefnemers niet alles digitaal willen of kunnen doen. Daarnaast wordt zaakgericht werken nog belangrijker. Dit vraagt om zaaksystemen die voor alle medewerkers (niet alleen van de afdeling DIV) gebruiksvriendelijk zijn en zorgen voor een complete en juiste informatievoorziening.

Financiën
Last but not least, wat betekent de Omgevingswet voor de gemeentelijke financiën? Hier is op dit moment nog geen duidelijk antwoord op te geven. Toch is het wel belangrijk om als financieel verantwoordelijke al na te denken wat de Omgevingswet gaat betekenen voor de meerjarenbegroting. Op 1 juli 2016 hebben de overheden (Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen) een financieel akkoord voor de Omgevingswet gesloten. De belangrijkste punten uit dit akkoord zijn:

  • Het Rijk staat aan de lat voor de investeringskosten voor het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO), de invoeringsondersteuning en het informatiepunt, in totaal maximaal zo’n € 195 miljoen;
  • Daarnaast stelt het Rijk eenmalig € 18 miljoen (waarvan maximaal € 13 miljoen voor gemeenten) beschikbaar voor de invoering van digitaal en zaakgericht werken, het gebruik van nieuwe standaarden en andere implementatievraagstukken;
  • Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de eigen transitiekosten (zoals het volgen van opleidingen, organisatie- en cultuurveranderingstrajecten, aanpassingen in de ICT, etc.)
  • Voor de structurele uitvoeringskosten wordt een verdeelsleutel gehanteerd (70% voor gemeenten);
  • Om de kosten beheersbaar te houden is een maximumbedrag afgesproken. Dit bedrag is afhankelijk van de ambitie voor het digitaal stelsel. Bij keuze voor het huidige niveau voor digitale dienstverlening (scenario 2) is dat voor alle gemeenten gezamenlijk maximaal € 18 miljoen per jaar. Bij keuze voor een uitgebreid digitaal stelsel dat overheden ontzorgt bij de uitvoering van de Omgevingswet (scenario 3) is dat voor gemeenten maximaal € 40 miljoen per jaar.
  • De baten voor gemeenten en de herintroductie van milieuleges worden niet afgeroomd door uitnames uit het Gemeentefonds.

Bovenstaand zijn de grote lijnen op macroniveau weergegeven. Wat gaat de invoering van de Omgevingswet voor de begroting van uw gemeente betekenen? Hier zullen wij komende periode mee aan de slag gaan. Binnenkort hopen wij een financieel model te kunnen presenteren.

Meer weten?
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Angela Verschuren via tel. nr. 06 13 87 65 18 of via e-mail: angelaverschuren@kcomgevingswet.nl.

Angela Verschuren

Plaats een reactie

Reageren? Deel hier uw mening. Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Terug naar overzicht